Cursus isoleren

Klimaatbeheersing: Isolatie !

1 Isoleren

1.1        Wat is isoleren?
Het afzonderen of afschermen van een bepaalde invloed op iets of iemand.

1.2       Soorten isolatie

-       Warmte van koude isoleren; vb: huis
-       Vocht van droog isoleren; vb: dak, muren en vloeren
-       Brand weren; vb: deuren, openbare gebouwen, labo’s
-       Wind en tocht afschermen; vb: ramen en deuren
-       Lawaai en stilte isoleren; vb: studio, discotheken
-       Elektriciteit isoleren; vb: isolatie rond elektrische leidingen

1.3        Nut

-       Voor de veiligheid; vb: brandveiligheid
-       Besparen; vb: verwarming beperken
-       Verhogen duurzaamheid; vb: droog hout gaat langer mee
-       Verbeteren comfort; vb: geluid van buren isoleren

1.4        Klimaat

Zijn de omstandigheden binnen een gebied die bepalend zijn door enkele factoren: temperatuur (binnen ±20°C), straling (zon), vocht, wind, neerslag en geluid. Wanneer al deze factoren optimaal voor de mens zijn spreken we over een gevoel van behaaglijkheid, in woontermen wooncomfort.

1.5       Warmtetransmissie

Warmtetransmissie is eigenlijk het overbrengen (geleidbaarheid) van warmte welke gepaard gaat met ongewenste energie (warmte die verloren gaat, maar wel gebruikt wordt) = Wet van behoud van energie.

Warmteoverbrengers: kookplaat, dynamo, ...

Rendement % = (Ongewenste energie / nuttige energie) x 100

Warmte-energie verplaatst zich van warm naar koud op basis van 3 vormen:

-       Geleiding: warmte wordt doorgegeven door de moleculen van het materiaal.
Vb: koper (= thermisch geleidend materiaal), PVC (= thermisch isolerend mat.)
-       Convectie: warmte wordt gedragen door moleculen van een gas of vloeistof.
Vb: ballon.
-       Straling: De warmte wordt door golven doorheen de materie of gas overgedragen. Vb: UV-stralen.

Warmtegeleidbaarheidscoëfficient

Is de hoeveelheid warmte die op 1 sec door een materiaal geleid wordt van 1 meter dikte met een oppervlakte van 1 vierkante meter en dit wanneer er een temperatuurverschil van 1 graad tussen de 2 vlakken bestaat.

Geleiders
Halfgeleiders
Isolatie
Metalen
Natuursteen
Metselwerk
bepleistering
Massief hout
Vezelplaten
Multiplex
Glaswol
Polystyreen
Polyurethaan
DROGE STILSTAANDE LUCHT

1.6        Vergelijking Thermische met akoestische isolatie

Thermische isolatie: Isoleren om energie te kunnen besparen in functie van warmteverlies. Hierbij is de dikte en dichtheid van de isolatie bepalend.

Akoestische isolatie: Isoleren in functie van het dempen van het geluid: Luchtgeluiden (trilling lucht) en Contactgeluiden (trilling vaste stoffen). Hier is de dikte, flexibiliteit en massa van de muur bepalend.

1.7        Isolatietoepassingen

Bij een gewone woning ziet men dat de verliezen langs het dak het belangrijkst zijn. Hier zal dan ook de voorrang aan verleend worden bij het isoleren. Men kan zowel de vloer van de zolder als onder het dak isoleren. Overisoleren is natuurlijk ook niet aangeraden, enerzijds in functie van kostprijs en anderzijds condensatievorming. Ventileren hoort daarom ook onder de term isoleren. Naast het dak is het ook nodig om aandacht te besteden aan de isolatie van de muren, vloeren (kelder), ramen en deuren (dichtingen en beglazing).

Enkele gouden tips die werden verstrekt door het Ministerie van Economische Zaken om energie te bezuinigen zonder aan ons comfort te raken zijn:

-       Voegen van deuren en vensters afdichten met tochtstrips en tochtbanden.
-       s’ Avonds rolluiken en overgordijnen suiten (gordijnen niet over radiatoren laten hangen).
-       Radiatoren sluiten wanneer men verlucht.
-       De temperatuur s’nachts of bij afwezigheid 5°C lager stellen.
-       Achter radiatoren isoleren met alu-strook.
-       De CV regelmatig onderhouden en afstellen.
-       Klep van open haardschouw dichten wanneer deze niet gebruikt wordt.
-       De woonkamertemperatuur tot 19°C brengen (1°C minder = 7% besparen).
-       Dampkapafzuiging tot de kortst mogelijke tijd beperken.
-       Beter stortbad dan een bad.
-       Gebruik spaarlampen.
-       Zonnepanelen of warmtepompen
-       ...

1.7.1   Twee hoofdregels

-       Isolatie breng je zoveel mogelijk aan de koude buitenzijde aan, zodat alle onderliggende constructieve delen mee beschermd worden.
-       Het dampscherm komt steeds aan de warme zijde.

1.7.2   Daken

Er zijn een aantal regels om dakisolatie goed te plaatsen:

Zorg ervoor dat het onderdak winddicht is.
Het onderdak dient niet enkel om eventuele waterinsijpelingen of jachtsneeuw op te vangen. Het moet het dak ook winddicht maken.
Dakisolatie kan je best vergelijken als het dragen van een wollen trui. Indien je daarmee onbeschermd in de koude wind loopt, waait de warme lucht er uit en krijg je het koud. Als je erboven een luchtdichte jas draagt, blijft de warme lucht in de wollen trui. Het is dus stilstaande lucht die isoleert.
Om deze reden moet ook dakisolatie luchtdicht afgewerkt worden. Het onderdak zorgt hiervoor aan de buitenzijde, het dampscherm of de damprem aan de binnenzijde.

De isolatie moet goed aansluiten tegen de kepers (of balken bij zoldervloerisolatie). Daarom worden best wolmaterialen gebruikt. Harde plaatisolatie is zeer moeilijk zo perfect te snijden dat er geen spleten en kieren zijn tussen de plaat en de kepers.

De dakisolatie moet worden afgewerkt met een dampscherm.
Dit is noodzakelijk om de dakisolatie optimaal te laten functioneren en om condensatie van damp in het isolatiemateriaal te vermijden.
Damp (van de badkamer, keuken, door te ademen, ...) dringt immers doorheen de pleister- en de isolatielaag. Damp condenseert bij 14°C. Omdat tijdens de winterperiode de koude kant van de isolatie (de bovenzijde) geen 14°C haalt, zal de damp tussen de dakplaat en de isolatie condenseren.
Werk daarom het isolatiemateriaal aan de warme kant (binnenzijde) af met een doorlopend (goed overlappend) scherm (damprem of – scherm), waarbij alle openingen (bevestigingspunten, doorvoerleidingen,…) voldoende dicht gekleefd zijn.
Laat je adviseren voor een probleemvermijdende uitvoering.


1.7.2.1.       Isoleren van een hellend dak



1.7.2.2 Isoleren van een plat dak (koud, warm en omgekeerd)


Het plat dak zit al enkele jaren in de lift. Meer en meer bouwers kiezen het als bekroning voor hun woning. Ook in combinatie met andere daktypes zoals het zadeldak of een gebogen dak doet deze dakvorm het goed. De verbeterde technieken en systemen zijn zeker niet vreemd aan dit succes.

Het systeem van het koude dak dat vroeger toegepast werd, wordt tegenwoordig ten strengste afgeraden. Hierbij bleef er tussen de isolatie en de dakafdichting een luchtlaag vrij. Tegenwoordig is het "warme dak" het meest gebruikte type. Hierbij komt de dakafdichting dadelijk op de isolatielaag te liggen zonder een luchtspouw. Dit type is goedkoper dan het omgekeerde dak en heeft het voordeel dat de dakvloer door de isolatielaag beschermd wordt tegen sterke temperatuurschommelingen waardoor het risico van scheuren in de dakvloer kleiner wordt. Verder is het plaatsen van de isolatie in hoeken eenvoudiger en is de kans op plasvorming en dus algengroei veel kleiner, mits een correcte plaatsing. Er moet zeker de nodige aandacht besteed worden aan de kwaliteit en de goede plaatsing van het dampscherm. Dit zorgt ervoor dat de waterdamp van een onderliggend verwarmd vertrek niet tot aan de afdichting komt. Anders kan je condensatie krijgen in dat isolatiemateriaal, hetgeen een negatieve invloed heeft op de isolatiewaarde. Dit dampscherm moet steeds aan de warme zijde van de isolatie geplaatst worden. Het spreekt voor zich dat de afdichtingslaag bij een warm dak meer blootgesteld is aan de weersinvloeden dan bij een omgekeerd dak waarbij de afdichting beschermd wordt door de isolatielaag. Tenzij bij een uitvoering van een losliggend systeem met daarboven een ballastlaag. Daarom moet zeker op een warm dak de afdichtingslaag van een degelijke kwaliteit zijn en goed beschermd tegen de werking van UV-stralen (bijvoorbeeld door een laag kiezel). Een regelmatig nazicht is aangewezen.

Wees ook voorzichtig met over het dak te lopen, want dit houdt risico's in op mechanische beschadigingen.






Het omgekeerde dak

Op een omgekeerd dak legt men bovenop de isolatielaag een schutlaag die de isolatie beschermt tegen windzuigkrachten, temperatuurschommelingen en UV-stralen. Een omgekeerd dak telt minder lagen en is dus eenvoudiger dan een warm dak. Bovendien is een bijkomend dampscherm overbodig. De waterdichte dakafdichting onder de isolatielaag vervult immers de functie van dampremmende laag. Door de plaatsing van een isolatielaag boven de dakafdichting wordt de kans op condensatie aanzienlijk verminderd.

Bij een omgekeerd dak kunnen de isolatieplaten ook bij slechte weersomstandigheden gelegd worden. Bij renovaties is een omgekeerd dak vaak een interessant alternatief. Je kan immers zonder veel problemen isolatie en een ballastlaag voorzien als de dakafdichting nog in goede staat is. Aan de andere kant is het wel zo dat defecten aan de afdichting moeilijker op te sporen zijn en dat hiervoor zowel de schutlaag als de isolatielaag verwijderd moeten worden.

Een omgekeerd dak vergt een zwaardere onderstructuur en is doorgaans ook duurder dan een warm dak. Bovendien vergt dit systeem een iets grotere dakhelling. Een ander minpunt van een omgekeerd dak is dat je meer warmteverlies hebt bij dezelfde isolatiedikte dan bij een warm dak. Daarom moet men volgens bepaalde bronnen de theoretisch berekende isolatiedikte met 20 % verhogen in vergelijking met een warm dak. Bij een omgekeerd dak kunnen er ook problemen ontstaan met het ter plaatse houden van de isolatieplaten. Om dit te voorkomen dient men het door de fabrikanten opgelegde gewicht aan ballast te respecteren of isolatieplaten te gebruiken die al voorzien zijn van een cementlaag. Platen met tand en groef verminderen eveneens dat risico.

De keuze van het type van plat dak heeft een weerslag op de keuze van het isolatiemateriaal. Bij een warm dak moet er isolatie gebruikt worden met een goede densiteit en een lage gevoeligheid voor krimp en uitzetting. Hiervoor komen onder meer polyurethaan, stijve platen mineraalwol, piepschuim, perliet, kurk en cellenglas in aanmerking.

De isolatie van een omgekeerd dak moet dan weer beter bestand zijn tegen vocht. Hiervoor komt slechts één materiaal in aanmerking namelijk geëxtrudeerd polystyreen.














Combinatie van dakisolatie en afschotlaag

Naast de traditionele dakopbouw voor platte daken (hellingsbeton - isolatie - waterkering) bestaan er ook systemen waarbij de dakisolatie en de afschotlaag gecombineerd worden. Een voorbeeld daarvan vormen de isolatieplaten waarvan de bovenzijde in helling is afgewerkt. Voor eenvoudige dakvormen kan dit een interessant alternatief vormen.

Er bestaat ook een systeem waarbij in een isolerende mortel op basis van polystyreenkorrels EPS-platen ingebed kunnen worden. Op de draagvloer wordt een laagje isolerende mortel aangebracht waarin de EPS-plaatjes geplaatst worden waarbij men voegen openlaat van enkele centimeters. Deze voegen worden ook gevuld met isolerende mortel en het geheel wordt bedekt met een toplaag, ook weer uit dezelfde isolatiemortel. Op die manier verkrijgt men een stevige ondergrond voor de waterkering. Dit werk kan ook uitgevoerd worden door doe-het-zelvers.


1.7.2.3     Isoleren van zoldervloer



1.7.3         Muren

1.7.3.1       Volle spouwmuur.

Spouw wordt volledig opgevuld met isolatie.

Voordeel:
 - Plaatsing is minder kritisch
 - Geen kans op convectiestromen

Nadeel:
 - Isolatie is in direct kontakt met het vochtig buitenspouwblad
 - Bepaalde isolatieproducten worden langzaam vochtig
 - Negatieve invloed op het isolerend vermogen
 - Buitenspouwblad kan enkel opdrogen via zijn buitenzijde
 - Buitenspouwblad mag noch geverfd, noch opgebouwd zijn uit dampdichte materialen

Af te raden bij:
 - Sterk blootgestelde gevels (gevels hoger dan 25 meter)
 - Gevels van gebouwen in de kuststreek hoger dan 8 meter
 - Alle gevels van gebouwen gelegen langs het strand
 - Bij sterk dampremmende gevels vb gevels afgewerkt met dampremmende verven of bij gebruik van geglazuurde gevelstenen.



1.7.3.2      Gedeeltelijke spouwvulling

regen buitenwoonvocht binnen
Spouw wordt niet volledig opgevuld met thermische isolatie.

Voordeel:
 - Isolatie is nooit in kontakt met het buitenspouwblad
 - Bij inwendige condensatie treedt deze op aan de binnenzijde van het  buitenspouwblad
 - Isolatie komt nooit in kontakt met dit condenswater
 - Buitenspouwblad kan sneller opdrogen, ten gevolge van de geventileerde spouw
 - Gevel mag geverfd worden of uit een dampdichte steen bestaan

Nadeel:
 - Uitvoering vraagt meer aandacht (vakmanschap)
 - Kans op convectiestromen bij slechte plaatsing

Kortom:
Er wordt een perfecte isolatie gerealiseerd met behoud van alle spouwmuurfuncties.

     1. EUROWALL                                                          8. Isolerende bouwsteen
     2. Binnenspouwblad                                               9. Buitenspouwblad
     3. Binnenpleister                                                    10. Open stootvoeg
     4. Waterkerende laag                                            11. Isolatieclip
     5. Betonnen afdeklaag                                          12. Spouwhaak
     6. EUROFLOOR                                                     13. Luchtspouw
     7. Betonvloer                                                           14. Uitzetstrip / vloer


 

1.7.5  Ramen en deuren

Dubbele beglazing

Vervangt u enkel glas in alle ramen door isolerend dubbel glas, dan kunt u jaarlijks veel op gas besparen. De kosten voor dubbel glas verdient u in 6 tot 8 jaar terug.

Ook als uw ramen en kozijnen nog niet aan vervanging toe zijn, kan het toch rendabel zijn om enkel glas te laten vervangen door isolerend glas. Dubbele beglazing verhoogt bovendien het wooncomfort en werkt inbraakwerend.

De mogelijkheden

Er zijn verschillende mogelijkheden om uw ramen te isoleren:
• Gewoon dubbel glas
• Voorzetramen
• HR+ glas
• HR++ glas

Dubbel glas bestaat uit twee (soms drie) glasplaten met daartussen een ruimte, de zogeheten spouw. Een spouwbreedte van 15 millimeter geeft de beste isolerende werking. De spouw van gewoon dubbelglas is gevuld met droge lucht. Tussen de glasplaten van HR+ en HR++ glas zit het voornoemde edelgas, meestal argon. Edelgassen isoleren beter dan gewone lucht. Aan de binnenzijde van HR glassoorten zit ook een coating dat het isolerend vermogen nog meer verbetert. De coating weerkaatst namelijk de warmte, maar laat het zonlicht grotendeels door.



Let op
Het aanbrengen van isolerende beglazing - met name HR++ glas - kan leiden tot condensvorming op koude vlakken in huis. Denkt u hierbij aan bijvoorbeeld de binnenzijde van een ongeïsoleerde buitenmuur of dak. Het risico is vooral groot als de ventilatie van de woning onvoldoende is.

Dichtingen

Zorg ervoor dat alle dichtingen zijn aangebracht, zowel de dichtingen tussen vleugel en kader als de dichtingen van kader met muur.



1.8        Herhalingsvragen: Isolatie


  1. Leg uit: warmtetransmissie.
  2. Volgens welke 3 vormen kan warmte-energie zich verplaatsen?
  3. Geef de definitie van warmtegeleidbaarheidscoëfficient.
  4. Wat is het verschil tussen thermische en akoestische isolatie?
  5. Wat zijn de 2 hoofdregels wanneer we gaan isoleren?
  6. Leg a.d.h.v. een schema kort uit hoe we een hellend dak, plat dak en een zoldervloer gaan isoleren. (Eventueel met schets)
  7. Leg het verschil uit tussen volledige spouwvulling en gedeeltelijke spouwvulling (voordelen, nadelen, ...)
  8. Teken een doorsnede van vloerisolatie en benoem de onderdelen.
  9. Wat zijn de 2 belangrijkste onderdelen aan een raam inzake isolatie?